woensdag 19 augustus 2009

VRIJ

Na slechts twee keer sluimeren vonden mijn voeten de stugge vloerbedekking met hier en daar een vlek. De vlekken die jij er in hebt gemaakt omdat je niets beter kan dan dingen omstoten. Het is een tijd geleden dat ik zo gemakkelijk uit mijn bed was geklommen. Echt lang geleden. De laatste keer was in Brabant denk ik. Nu moest ik naar het noorden, maar eerst ontbijten, bellen en kiezen tussen een blauw overhemdje of een t-shirt.

De stad lag er mooi bij zo op de fiets, al zal het geen verschil hebben gemaakt als ik was gaan lopen. Op tijd opstaan, vroeg kan ik het niet noemen, loont blijkbaar. In de fietsenflat tref ik de kleine blonde, ook geen lichtblauw overhemd aan, wel een korte broek. Koffie. Eenmaal in de trein voelt het als vakantie. Eigenlijk is dat het ook. We verlaten de stad om haar in te ruilen voor een andere. We bestellen in de trein nog een koffie. Het bestellen was leuker dan het opdrinken. Dit is niet waar overigens, het opdrinken was briljant. Ik snap nu waarom die jongen zo zweette.
Eenmaal in het huis van het kleine blonde zusje de twee meest nutteloze telefoonpreken uit mijn leven gevoerd. We worden ouder en zien dat de dingen geen zin meer hebben. De verheven gesprekjes zijn net als de afgelopen vier jaar weggegooide minuten. Kostbare belminuten in dit geval. ‘Laat maar vallen dan, het komt er toch niet van, het geeft niet of je rent.’

In een atelier in een zijstraat snap ik weer waar het om gaat. Mooie dingen. Schoonheid zit hem in drie rijen door Dick Bruna ontworpen covers tussen wit geschilderde latjes. Iedere pocket zit vastgeklemd tussen vier kleine spijkertjes. Zo kan het dus ook. En dat in Groningen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten